Als alles perfect is, kan ik beginnen… toch?
Het is vroeg in de ochtend, de zon piept voorzichtig door het plisségordijn en de lucht is nog fris van de nacht. Met een glimlach zet ik mijn ontbijtbord in de vaatwasser. Ik werp een blik op de keukentafel, mijn speciale schrijfhoekje in spe. Vandaag gaat het gebeuren. Maar eerst een paar kleine dingetjes.
‘Waar is die gele balpen nou?’ mompel ik terwijl ik door de keukenla rommel. Tientallen pennen schuif ik gefrustreerd opzij. Een blauwe pen? Nee, bedankt. En een rode? Ben je gek! Met een ruk trek ik de keukenlade eruit en gooi alle pennen op tafel. ‘Hé, daar ben je’ roep ik triomfantelijk als mijn lievelingspen tevoorschijn komt.
Vervolgens steek ik een stokje wierook aan. Sandelhout vult de kamer met een rustgevende geur. ‘Heerlijk,’ fluister ik terwijl ik de rook in cirkels omhoog zie stijgen. Dan is het tijd voor de kaarsen. Drie in totaal. Een voor creativiteit, een voor inspiratie en een voor motivatie. Ik haal de lucifer langs het doosje, de strip al zo vaak gebruikt dat ik er twee keer langs moet, en steek ze aan.
‘Even de muziek opzetten,’ zeg ik zachtjes. 174 hz Solfeggio frequenties, schijnbaar goed voor de concentratie. Of het echt werkt? Geen idee, maar ik voel me zen, dus waarom niet?
Oh, en waar is Toby? Zonder mijn harige sidekick kan ik niet schrijven. ‘Toobs, in de mand!’ roep ik. Een klein kopje duikt op vanuit de woonkamer en huppelt vrolijk naar zijn zachte bedje. ‘Goed zo, vriendje,’ zeg ik terwijl ik hem een aai over zijn kop geef.
Ik plof neer op mijn speciale schrijfkussen en strek mijn armen nog even goed uit. Drie keer diep in- en uitademen en ik ben klaar voor actie. Bijna. Nog één laatste controle. Mijn glas water staat aan de verkeerde kant. Dat moet links, altijd links. En wat als ik nu plotseling dorst krijg en daardoor mijn flow verlies? Snel naar de kraan en mijn glas vullen.
Ik ga weer zitten en kijk naar het scherm voor mij. De cursor knippert geduldig. Toby zucht, misschien geïrriteerd door mijn eindeloze gedoe. Ik weet dat ik moet beginnen. Maar er is nog iets dat ik moet doen. Iets essentieels, iets cruciaals…
‘De planten! Hoe kan ik ze vergeten?’, roep ik uit. Het is absoluut noodzakelijk dat ik ze nu meteen verzorg. Met een laatste blik op mijn perfect geordende schrijfplek, loop ik de keuken uit, vastbesloten om na het verzorgen van mijn groene vrienden echt mijn inspiratie te vinden.